Terugblikken op VOM 2021

Rumoer en hectiek, maar vooral veel enthousiasme. En trots. Dat zijn de woorden die VOM-programmamanager Martine den Brinker als eerste noemt als ze terugkijkt op wat VOM heeft bereikt in 2021.

‘Een enorme prestatie van alle mensen in de JJI’s en KVJJ’s, maar ook van ketenpartners, dat ze samen zo de schouders onder VOM hebben gezet’, zegt Martine. ‘Van de opstart van nieuwe KVJJ’s tot de pilots in de JJI’s en de ontwikkeling van beleid.

En dat tijdens de moeilijke omstandigheden waaronder we allemaal moesten werken: de coronamaatregelen, de enorme capaciteits- en personele druk en natuurlijk het gewone werk dat doorgaat.’

Pilots leveren belangrijke input

Verschillende pilots in de toekomstige FCJ’s (nu: JII’s) zijn dit jaar gestart en lopen nog. Andere pilots zijn afgerond. De eerste tussenrapportage van de monitor FCJ geeft een overzicht van de stand van zaken en resultaten van alle pilots. Ze leveren belangrijke input voor de toekomst. Martine legt uit dat succesvolle pilots niet betekenen dat alle ideeën straks in de praktijk worden gebracht. ‘Neem de pilot neurobiologische interventies. Daaruit blijkt dat er wetenschappelijk nog te veel onduidelijk is over het effect van apps of virtual reality in de behandeling. Daar gaan we als DJI voorlopig nog niet landelijk mee aan de slag.’ De pilot met de basisafdelingen in de Hartelborgt heeft ook geleid tot mooie opbrengsten voor de doorontwikkeling van de basisafdelingen.  Een van de uitkomsten daar was: ‘Jongeren verblijven er zo kort dat goede screening en diagnostiek in de huidige opzet eigenlijk onmogelijk is. Het komt vooral neer op allerlei praktische zaken regelen. Dat roept dan weer vragen op over de inzet van personeel. Aan de andere kant brengt een basisafdeling wel veel rust op de andere afdelingen. Dat is dan ook de reden dat de Hartelborgt doorgaat met de basisafdeling. En ook de nieuwe -tijdelijke- JJI Horsterveen en JJI Teylingereind werken inmiddels met basisafdelingen. Uiteindelijk gaan alle kortverblijfgroepen deze ontwikkeling doormaken. In de pilots doen we nu waardevolle praktijkervaring op. Deze verdere praktijkervaringen nemen we mee in de beleidsontwikkeling vanuit VOM.’

Drie nieuwe KVJJ's geopend

Een belangrijke mijlpaal voor VOM is de opening van 3 nieuwe KVJJ’s: in Groningen (KVJJ Noord), Den Haag en Krimpen aan den IJssel (KVJJ Rijnmond). Met de KVJJ’s in Amsterdam en Cadier en Keer (KVJJ Zuid) is het plaatje rond. Het aantal jongeren dat in de KVJJ’s wordt geplaatst, is per locatie wisselend. Dat baart Martine soms zorgen. ‘Maar je kunt de locaties niet 1-op-1 vergelijken. Ik verwacht dat de monitor KVJJ meer inzicht gaat geven in het verhaal achter de cijfers.’ Ook in het beleid rondom de KVJJ’s zijn stappen gezet. Zo is het plaatsingsproces geëvalueerd en bijgesteld en is er (intern) beleid rondom risicomanagement voor de KVJJ vastgesteld. ‘Daarmee kan de Divisie Individuele Zaken (DIZ) die jongeren plaatst in de KVJJ een afweging maken: welke beschermende factoren ondersteunen zo’n plaatsing of zijn er risicofactoren die het tegenspreken?’

In contact

Het is al vaker gezegd: VOM is niet alleen van DJI. De hele jeugd-strafrechtketen heeft te maken met de omvorming van het justitiële jeugdstelsel. Daarom vindt Martine het zo belangrijk om goed in contact te blijven met ketenpartners en mensen op de werkvloer. ‘Het is super om te ervaren wat voor een bijdrage zij het afgelopen jaar hebben geleverd in bijvoorbeeld het innovatieve beleidsontwikkelingstraject. Er zijn veel ideeën onderzocht om maatwerk mogelijk te maken. En tijdens de online VOM-bijeenkomst hebben deelnemers volop input gegeven. Heel belangrijk, want DJI vormt uiteindelijk maar een klein stukje in het leven van veel jongeren. Dat contact zetten we in 2022 dan ook zeker voort.’

Komende periode: meebewegen

Het doel is nog steeds om in 2024 een nieuw jeugdstelsel te hebben waarin maatwerk centraal staat. De pilots gaan door, maar de recente maatregelen rondom de JJI’s dwingen DJI wel tot het maken van keuzes voor de uitvoering van nieuwe ideeën. ‘Die maatregelen zijn goed, nodig en passen in de visie van VOM. Zonder extra inzet van mensen is maatwerk in de JJI onmogelijk. We brengen nu in kaart wat precies de gevolgen zijn voor VOM, wat dat betekent voor onze planning en welke afwegingen we moeten maken. Kiezen we bijvoorbeeld voor de invoering van een extra behandelmethodiek of voor technologische oplossingen waarmee jongeren zelfstandig door de FCJ kunnen bewegen? Het worden lastige, maar belangrijke keuzes.’