De puzzelstukjes leggen we steeds beter in elkaar
‘Het klinkt zo makkelijk: regel werk of stage voor een jongere in de JJI. Toch is het moeilijk gedaan.’ Aan het woord zijn Corinne Peeters (Pedagogisch directeur Rijks Justitiële Jeugdinrichting) en Yvette Koeleman (opleidingscoördinator RJJI). ‘We overschatten de jongeren. En zij zichzelf. Maar ook moeten we behandeling, onderwijs, verlof en andere zaken beter op elkaar laten aansluiten.’ Via best practices is de RJJI op zoek naar een blauwdruk voor succesvolle en op maat gesneden arbeidstoeleiding in de JJI (straks: Forensisch Centrum Jeugd).
Overschatten? Leg eens uit.
We denken vaak dat jongeren een baantje wel aan kunnen. Maar ik heb ervaren dat veel jongeren vastlopen in een bedrijf. Ze hebben moeite met autoriteit, sneller gedoe met collega’s, vinden het vervelend om als jongste bediende de ‘rotklusjes’ te moeten doen. Ze missen de vaardigheden om daarmee om te gaan.
Ook bij oudere jongeren die je steeds vaker ziet in de JJI?
Ook daarbij inderdaad. Plus wat bij hen wringt is dat zij vaker mbo-opleidingen willen volgen, maar dat we ze niet het verplichte (hoge) aantal uren stage kunnen laten lopen bij een erkend stagebedrijf. Daarnaast komt het vaak voor dat jongeren wel een idee hebben over wat ze willen doen, maar dat zoiets helemaal niet aansluit op de arbeidsmarkt. Of wat gelet op hun problematiek niet verstandig is, zoals een jongere die bekend is met bommen maken en graag laborant wil worden. Als dan ook de begeleiders rondom de jongere onvoldoende van elkaar weten waar ze heen gaan, dan gaat het mis. In het geval van die jongere – hij had net zijn havodiploma gehaald- vond de onderwijsmentor vanuit onderwijsperspectief -terecht- dat de jongen die opleiding prima aan kon. De inschrijving bij de laborantenschool was al rond. Maar de behandelcoördinator had daar vanuit het delictverleden van de jongere een heel ander perspectief op. Dat is zo zonde voor iedereen en niet in de laatste plaats voor de jongere.
Komen zulke zaken niet op tafel in een perspectiefplanbespreking?
Zeker bespreek je daar de grote lijnen van hoe het gaat met een jongere, aan welke doelen er wordt gewerkt en wat het vervolg is na de JJI. Maar de details over opleidingen en stages kunnen daarin onvoldoende aan bod komen. Terwijl die details juist nauw luisteren: financiën, verlofmomenten, wie regelt wat en welke vaardigheden moet de jongere nog leren vóór de start van een baan of stage. Dus echt op maat voor de jongere. Dat maatwerk willen we regelen met het Trajectknooppunt en het Arbeidstrainingcentrum (ATC). In het Trajectknooppunt zitten verschillende mensen aan tafel om de puzzelstukken van onderwijs en werk van individuele jongeren bij elkaar te leggen én te houden. Dit zijn de coördinator van het ATC, de individueel trajectbegeleider, gedragswetenschappers van de school en van de JJI en waar nodig andere partijen. In het ATC trainen we jongeren over werk en de vaardigheden die daarbij horen.
Het gaat dus vooral om intern beter afstemmen?
Niet alleen. De jongeren in de JJI worden enorm beperkt door de twee instroommomenten die er per schooljaar zijn. Het zou gek zijn om daar het verloftempo voor te versnellen of vertragen. Maar het is net zo gek als ze daardoor niet met een opleiding kunnen starten. Dat is toch een belangrijke basis voor een betere toekomst. Daarom heeft er op bestuurlijk niveau overleg plaatsgevonden met het ministerie van Onderwijs over aangepaste instroommomenten voor JJI-jongeren. Maar ook de gemeente heeft een rol in het vinden van een passende werkgever voor jongeren die uit het praktijkonderwijs komen. Het is niet efficiënt dat iedere JJI afspraken moet maken met individuele werkgevers.
Maatwerk betekent dus niet dat je altijd de wensen van jongeren rondom school of werk in vervulling kunt laten gaan?
Dat klopt. Ook al omdat iedere JJI vanwege de geografische ligging en cultuurhistorie een ander werkaanbod in de regio heeft. We moeten dus goed kijken naar wat de jongere in de toekomst wil en hoe we daar nu al zo goed mogelijk op kunnen voorbereiden met opleiding, werk of stages. Daarin vervult het Arbeidstrainingscentrum een belangrijke rol.
Wat doet het Arbeidstrainingscentrum?
Daar kunnen jongeren kennismaken met allerlei beroepsrichtingen, om zo beter een keuze te kunnen maken voor opleiding of werk. Jongeren die naar het ATC willen, moeten een toelatingsprocedure doorlopen waarin ze laten zien dat ze gemotiveerd zijn, bepaalde werknemersvaardigheden hebben en bereid zijn om te leren. Met doelen en certificaten of diploma’s proberen we de jongeren te stimuleren. Want die papieren kunnen ze ook na hun detentie inzetten, zoals een VCA certificaat en een diploma sociale hygiëne.
Werkt zo’n Trajectknooppunt al?
In de JJI’s in Breda en Spijkenisse zijn we met Trajectknooppunten gestart. De beste ervaringen en de meerwaarde daarvan willen we in een blauwdruk vangen. Zo hebben de andere JJI’s handvatten om ook in hun inrichting met hun eigen onderwijspartner een Trajectknooppunt op te zetten. En zo de jongeren zoveel mogelijk op maat te kunnen begeleiden in onderwijs of werk.
Zie je daar al resultaat van?
Een mooi voorbeeld is Ibrahim die in RJII De Hartelborgt verbleef. Hij oefende zijn werknemersvaardigheden in het Arbeidstrainingscentrum en tijdens zijn stage bij afvalinzamelaar Reinis. Bij Reinis sorteerde Ibrahim afval en verzamelde kapotte fietsen en fietsonderdelen in een aparte bak. Van de ingezamelde fietsonderdelen leerde Ibrahim weer complete fietsen maken. Dat deed hij in de fietsenwerkplaats die onderdeel is van het ATC van het Kompas College, dat onderwijs verzorgt in de Hartelborgt. Ook is vanuit het Trajectknooppunt voor Ibrahim -op zijn verzoek- geregeld dat hij zijn heftruckcertificaat kon halen bij de Penitentiaire Inrichting Dordrecht, waarmee het ATC samenwerkt. Dat vergroot zijn banenkans. Hieruit blijkt maar hoe belangrijk een goede samenwerking is tussen de inrichting, de school en andere betrokken partijen als je jongeren echt de kansen wil bieden die bij ze passen.