Verlof voor jongeren

Tijdens het verblijf in een justitiële jeugdinrichting (JJI) wordt de jongere zoveel mogelijk begeleid en behandeld om een veilige terugkeer en een volwaardige deelname aan de maatschappij mogelijk te maken. De pedagogisch medewerker stelt samen met de jongere en de ouders/verzorgers doelen op waaraan de jongere gaat werken tijdens zijn verblijf. Die doelen worden beschreven in een individueel perspectiefplan.

Een risicotaxatie voor de kans op herhaling van het delict en een verlofplan zijn onderdeel van dat perspectiefplan. Zo werkt de jongere stap voor stap toe naar een terugkeer in de samenleving.

Planmatig verlof

n het verlofplan maakt de pedagogisch medewerker voor een periode van ten hoogste 6 maanden afspraken met de jongere over het verlof in die periode: hoe vaak gaat de jongere op verlof, hoe lang duurt het verlof en naar welke bestemming gaat de jongere. Ook worden de concrete doelen van het verlof in het verlofplan beschreven. Dat kan bijvoorbeeld een gesprek zijn voor een stageplaats, een identiteitskaart aanvragen bij de gemeente of op bezoek bij ouders.

Voordat een jongere op verlof mag, wordt onderzocht of de veiligheidsrisico’s aanvaardbaar zijn. Een risico kan zijn dat de jongere niet goed de afspraken nakomt, agressief is of dat de jongere mogelijk slachtoffer wordt van een wraakactie. Afhankelijk van het delict van de jongere, geeft ook het Openbaar Ministerie advies over het verlofplan van de jongere (executie-indicator). De eerste verlofbewegingen vinden altijd onder begeleiding van twee medewerkers van de inrichting plaats. Als dat goed gaat wordt de jeugdige nog maar door één medewerker begeleid. Op het moment dat de verloven goed verlopen gaat de jongere uiteindelijk alleen met verlof.

Er zijn 4 vormen van planmatig verlof:

  • eendaags begeleid verlof zonder overnachting
  • eendaags onbegeleid verlof zonder overnachting
  • onbegeleid verlof met één overnachting
  • onbegeleid verlof met meerdere overnachtingen

Scholings- en trainingsprogramma (STP)

Om de re-integratie goed te laten verlopen krijgt de jongere tijdens het laatste deel van de straf begeleiding buiten de JJI. Het scholings- en trainingsprogramma (STP) zorgt voor een geleidelijke overgang van de JJI naar de vrije maatschappij. Tijdens het STP verblijft de jongere vaak bij de ouders of verzorgers of woont (onder begeleiding) op kamers. De JJI maakt samen met de reclassering en eventueel andere organisaties een programma dat de jongere gaat volgen tijdens het STP. De jongere moet minimaal 26 uur per week besteden aan activiteiten op het gebied van wonen, werk, school of vrijetijdsbesteding. In het programma zijn ook voorwaarden opgenomen waar de jongere zich aan moet houden. De minister beslist over het STP.

Een jongere kan deelnemen aan een STP als tenminste 2/3 van de opgelegde onherroepelijke straf voorbij is. Ook kan het STP niet later dan drie maanden vóór het einde van de straf beginnen. Hoe langer de straf van een jongere geduurd heeft, hoe langer een STP kan duren.

Bij een STP houdt de (jeugd)reclassering toezicht op de jongere, maar de JJI blijft wel verantwoordelijk. Als de jongere zich niet houdt aan de voorwaarden van het STP, dan kan de directeur de voorwaarden wijzigen of aanvullen. Bij een ernstige overtreding van de voorwaarden kan de jongere worden teruggeplaatst naar de JJI.

Wat gebeurt er als de jongere zich niet houdt aan de afspraken?

Verlof heeft als doel om de jongere weer te leren omgaan met vrijheden en verantwoordelijkheden. Gelet op de onvoorspelbaarheid van de doelgroep, is niet uit te sluiten dat een jongere niet of niet op tijd terugkeert van onbegeleid verlof of ervandoor gaat tijdens een begeleid verlof.

Als dat gebeurt, treden diverse protocollen in werking om de ‘onttrekking’ of ‘ongeoorloofde afwezigheid’ te melden bij politie, het Openbaar Ministerie en het ministerie van Justitie en Veiligheid. In de meeste gevallen keert de jongere na korte tijd terug naar de JJI. De onttrekking of de ongeoorloofde afwezigheid kan gevolgen hebben voor een volgend verlof.

Regelgeving

Hoofdstuk VI, paragraaf 3 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) beschrijft de voorwaarden voor het verlaten van de inrichting. De voorwaarden zijn verder uitgewerkt in hoofdstuk 6 van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen (Rjj). In de Regeling verlof en STP jeugdigen staan de regels over hoe een verlof of een STP kan worden aangevraagd en op welke gronden het verleend wordt.

Wat een begeleider of beveiliger mag doen op het moment dat een jongere zich aan het toezicht wil onttrekken is te vinden in de Geweldinstructie justitiële jeugdinrichtingen.

De Regeling melding ongeoorloofde afwezigheid bepaalt wie op welk moment aan welke instantie meldt dat een gedetineerde zich heeft onttrokken of niet is teruggekeerd van verlof.