Wie zitten er in vreemdelingenbewaring?

Ongeveer 90 procent van de vreemdelingen in bewaring is man. Binnen de vreemdelingenbewaring zijn een aantal groepen te onderscheiden.

Vreemdelingen onrechtmatig binnen Nederland

Vreemdelingenbewaring voorkomt dat niet-Nederlanders die het land moeten verlaten, zich onttrekken aan hun uitzetting. Onze overheid ziet deze maatregel wel als een ‘ultimum remedium’: het is een laatste middel wat ervoor zorgt dat de vreemdeling beschikbaar blijft voor terugkeer naar het land van herkomst. Vreemdelingenbewaring vindt plaats in één van de drie gespecialiseerde detentiecentra.

Vreemdelingen die geen recht hebben op een verblijfsvergunning of nooit een vergunning hebben aangevraagd, verblijven hier illegaal. Zij moeten het land verlaten. Voorafgaand aan een uitzetting kan een vreemdeling in bewaring worden gesteld. Dat gebeurt als er een risico is dat iemand zich onttrekt aan het toezicht.

Het kan ook gebeuren dat het illegale vreemdelingen lukt zich te onttrekken aan het toezicht, maar op een later moment aangehouden worden door politie of Koninklijke Marechaussee. Bijvoorbeeld als ze worden aangetroffen op straat of tijdens controles op illegale arbeid. Zij kunnen ook direct in bewaring worden gesteld. Voorwaarde in beide gevallen is wel dat uitzetting van de vreemdeling mogelijk is. Er moet zicht zijn op uitzetting. Deze vreemdelingen worden in bewaring gesteld op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet.

Vreemdelingen die aan de Schengenbuitengrens zijn geweigerd (grensdetentie)

Vanuit het belang van grensbewaking (bijvoorbeeld op Schiphol of in de Rotterdamse haven, uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee of Zeehavenpolitie) kan het nodig zijn een vreemdeling in een detentiecentrum te plaatsen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een vreemdeling zonder geldig reisdocument of met te weinig geld aankomt. Ook gevaar voor de openbare orde of de nationale veiligheid kunnen redenen zijn om de vreemdeling geen toegang te geven tot Nederland.

Nederland is in het kader van de Schengengrenscode verplicht om vreemdelingen die niet aan de toegangsvoorwaarden voldoen de toegang tot het Schengengebied en Nederland te weigeren. Vaak is grensdetentie de enige manier om te voorkomen dat de vreemdeling die niet aan de voorwaarden voldoet toch toegang tot Nederland krijgt.
Deze vreemdelingen vallen onder artikel 6 van de Vreemdelingenwet.

Gezinnen en minderjarigen

Gezinnen met minderjarige kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV) kunnen in de Gesloten gezinsvoorziening (GGV) worden geplaatst. Gezinnen verblijven maximaal twee weken in de GGv. De voorziening is bedoeld voor een drietal doelgroepen:

  1. Gezinnen met minderjarige kinderen aan wie een vrijheidsontnemende maatregel ten behoeve van hun uitzetting is opgelegd op grond van artikel 59 Vreemdelingenwet;
  2. Gezinnen met minderjarige kinderen die grensgeweigerd zijn, een asielaanvraag hebben ingediend en in afwachting van de asielbeslissing in grensdetentie zitten op grond van artikel 6 Vreemdelingenwet;
  3. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV) aan wie een vrijheidsontnemende maatregel ten behoeve van hun uitzetting is opgelegd op grond van artikel 59 Vreemdelingenwet.

De GGv is niet bedoeld als bewaringslocatie voor alleenstaande volwassen vreemdelingen of gezinnen met alleen meerderjarige kinderen.

De voorziening wordt alleen als uiterst middel ingezet. Er wordt dan ook maar een beperkte groep gezinnen met kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen geplaatst. De meeste gezinnen die asiel aanvragen aan de buitengrens zullen na de screening de open asielprocedure doorlopen in Ter Apel en de gezinnen met kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen die Nederland dienen te verlaten, zullen dit meestal zelfstandig doen vanuit een open (COA) gezinslocatie of andere opvang.

Bolletjesslikkers en VRIS

Eén van de detentiecentra beschikt over een speciale afdeling voor bolletjesslikkers, die worden opgepakt tijdens grenscontroles. Zij verblijven op een speciaal ingerichte afdeling. DJI werkt hierbij nauw samen met de Koninklijke Marechaussee. Nadat de bolletjes uit het lichaam zijn, wordt iemand voorgeleid en overgeplaatst naar een inrichting die valt onder het gevangeniswezen.
Naast de vreemdelingen die op een bestuursrechtelijke maatregel in een detentiecentrum verblijven, is er ook sprake van vreemdelingen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Deze groep noemen we Vreemdelingen in Strafrecht, de zogenaamde VRIS. Zij zitten eerst hun straf uit in een inrichting die valt onder het gevangeniswezen, waarbij de laatste maanden toegespitst zijn op vertrek. Mocht dit niet gelukt zijn worden ze, na het uitzitten van hun straf, in vreemdelingenbewaring gesteld.

De inbewaringstelling

De hulpofficier van justitie of een aangewezen medewerker van de DT&V legt de vreemdelingenbewaring op. De vreemdeling of zijn wettelijk vertegenwoordiger (advocaat, jurist) kan de bewaring altijd voorleggen aan een rechter. Doet de vreemdeling dat niet zelf, dan meldt de overheid de inbewaringstelling na uiterlijk 4 weken (ambtshalve) alsnog aan de rechter. Dit om de rechtmatigheid te laten toetsen. De rechter toetst vervolgens periodiek of iemand wel terecht in bewaring is gesteld en of de bewaring mag voortduren.

Beroep

Iedere vreemdeling in bewaring krijgt een advocaat toegewezen en ook kan hij op elk moment van zijn bewaring tegen de inbewaringstelling in beroep gaan bij de Vreemdelingenkamer van de rechtbank. Deze onderzoekt of de maatregel terecht is en of er voldoende zicht is op uitzetting.
Wanneer de vreemdeling toch in bewaring blijft, kan hij hiertegen een vervolgberoep instellen. De rechtbank doet dan opnieuw onderzoek naar mogelijkheden voor uitzetting en of hieraan actief genoeg wordt gewerkt.
Tegen een uitspraak van de rechtbank op een eerste beroep is hoger beroep mogelijk bij de Raad van State in Den Haag. Kijk ook op de website van rechtspraak.nl

Telehoren

De detentiecentra zijn uitgerust met apparatuur en faciliteiten voor telehoren. Telehoren maakt het voor rechtbanken mogelijk om vreemdelingen op afstand te horen via een directe beeld- en geluidsverbinding (videoconferentie). Hierdoor hoeft de vreemdeling niet meer met een busje naar de rechtbank te worden vervoerd. Het aantal zittingen via telehoren neemt nog steeds toe.
De vreemdeling neemt plaats in een aparte telehoorruimte in het centrum. De advocaat heeft de keuze de cliënt bij te staan in het detentiecentrum of in de zittingszaal van de rechtbank. Indien een tolk is betrokken bij de zitting voegt deze zich bij de cliënt in het detentiecentrum.

Juridisch loket

In alle detentiecentra kunnen vreemdelingen voor gratis rechtshulpverlening terecht bij het onafhankelijke Juridisch Loket. Het doel is om alle vreemdelingen in detentiecentra goede rechtsbijstand te bieden. Een groep speciaal getrainde juridisch medewerkers geeft algemene juridische informatie.

Detentiegeschiktheid

In uitzonderlijke gevallen kan er op basis van een onderzoek naar de detentiegeschiktheid worden besloten om de bewaring van een vreemdeling op te heffen. Hier zijn zwaarwegende redenen voor nodig die in de praktijk vaak medisch of psychisch van aard zijn. Het onderzoek kan worden aangevraagd door de advocaat van de vreemdeling of door de directie van het detentiecentrum en wordt uitgevoerd door een medisch adviseur van DJI.

Duur bewaring

De duur van bewaring is maximaal zes maanden. Deze termijn kan worden verlengd tot maximaal 18 maanden. Dit kan alleen gebeuren als iemand niet meewerkt aan het vertrek of als de benodigde reisdocumenten er nog niet zijn. De rechter toetst de verlenging.
In 2018 was de gemiddelde duur in bewaring is 44 dagen. Voor gezinnen is dat 7 dagen.

Regievoerders van de DT&V voeren regelmatig gesprekken met iedere vreemdeling om de voortgang van het vertrek of uitzetting te bespreken. Zij proberen hierbij zoveel als mogelijk perspectief te geven over de resterende duur van het verblijf.