Van klacht tot oplossing: het werk van de Commissie van Toezicht voor een jeugdinrichting

Verhalen uit de praktijk

Bij jeugdinrichting De Hunnerberg in Nijmegen vormen het welzijn en de rechten van de jongeren een belangrijk aandachtspunt. Een belangrijke schakel hierin is de Commissie van Toezicht (CvT). Deze onafhankelijke groep van burgers en deskundigen houdt toezicht op het verblijf van jongeren, bemiddelt bij klachten en adviseert het management over verbeterpunten. In dit interview spreken we met Eline, bemiddelaar binnen de CvT, en Mark, vicevoorzitter van de commissie, over hun dagelijkse werkzaamheden, de impact van hun werk en waarom hun rol onmisbaar is voor de jongeren en medewerkers van De Hunnerberg.

Afbeelding Eline en Mark
Beeld: ©DJI / DJI

Bekende gezichten

Naast hun werkzaamheden bij de CvT van De Hunnerberg werkt Eline als gedragswetenschapper bij Pluryn en is zij verbonden aan een ambulant team dat gezinsbehandeling biedt. “Soms kom ik jongeren tegen die ik eerder in mijn werk heb behandeld, bijvoorbeeld uit de gesloten jeugdzorg. Sinds mei 2023 ben ik bemiddelaar binnen de Commissie van Toezicht,” vertelt ze.

Mark is kinderstrafrechter bij de rechtbank in Gelderland. Hij heeft civiele zaken gedaan, maar zijn focus ligt nu op jeugdstrafrecht. “Ook ik kom soms jongeren tegen die ik eerder als rechter heb veroordeeld, wat een interessant spanningsveld kan opleveren. Ik ben sinds 2018 lid van de CvT.”  

De rol van de Commissie van Toezicht

De CvT houdt toezicht op de detentieomstandigheden van jongeren in de inrichting. “Onze taak is volledig onafhankelijk; we zijn niet in dienst van DJI en mogen altijd de inrichting betreden, 24/7. Het is een vrijwillige nevenfunctie, vanuit onze maatschappelijke betrokkenheid,” legt Mark uit.

Eline vult aan: “Elke inrichting binnen DJI heeft een CvT. Het is een commissie van burgers, met soms specifieke deskundigen zoals advocaten, maatschappelijk werkers en gedragswetenschappers. Onze rol is ervoor te zorgen dat alles volgens de wet verloopt en dat de rechten van jongeren worden gewaarborgd.”

Mark beschrijft hoe de CvT toezicht houdt: “De rol van de CvT bestaat uit vier belangrijke onderdelen: het maandcommissariaat, bemiddelingsgesprekken, beklagzittingen en overleg met de directie. Het maandcommissariaat is ongeveer eens in de twee weken. Hierbij maken we rondes over de groepen om de sfeer te proeven en informeel in gesprek te gaan met jongeren over verschillende thema’s, bijvoorbeeld over het dagprogramma of het eten. Maar we gaan ook in gesprek met medewerkers over bijvoorbeeld de werkdruk.”

Bemiddeling

Naast het maandcommissariaat spelen bemiddelingsgesprekken een belangrijke rol in het werk van de CvT. Eline is daar vanuit haar rol als bemiddelaar logischerwijs bij betrokken. Voordat er een bemiddelingsgesprek plaatsvindt, moet er eerst een officiële klacht ingediend worden. “Jongeren kunnen een formulier invullen en dat wordt dan naar ons opgestuurd. Er wordt dan een bemiddelingsgesprek gepland. In zo’n gesprek wordt er met een bemiddelaar van de CvT gekeken naar een mogelijke oplossing” legt Eline uit.  Ze vervolgt: “Soms wordt ook gezamenlijk met de desbetreffende jongere en bijvoorbeeld het afdelingshoofd of gedragswetenschapper verder gesproken. Als bemiddeling hierin niet lukt, of een jongere wil niet dat zijn of haar klacht bemiddeld wordt, gaat de klacht naar de beklagcommissie, die juridisch beoordeelt of de rechten van de jongere zijn geschonden in een zogeheten beklagzitting.”

Beklagzitting

Elke maand vindt er een beklagzitting plaats, die binnen de inrichting wordt gehouden en gemiddeld twintig minuten per klacht duurt. Eline legt uit: “Jongeren kunnen zich laten bijstaan door een advocaat, zelfs telefonisch. Tijdens de zitting zijn de jongere, het afdelingshoofd, eventueel betrokken medewerkers en drie leden van de CvT aanwezig. Betrokkenen worden gehoord en het verweerschrift wordt besproken.” Mark voegt toe: “Na de zitting beraadt de CvT zich intern en geven we meestal meteen een mondelinge uitspraak. Daarin kijken we eerst of de klacht wel gaat over iets waarover jongeren volgens de wet mogen klagen. Je kan namelijk niet voor elk wissewasje in beklag bij de CvT. Als we over die hobbel zijn is de vraag: is de klacht gegrond of niet? Indien nodig wordt bij een gegronde klacht compensatie gegeven, bijvoorbeeld extra luchttijd of een kleine financiële vergoeding.” In deze procedure staan de juridische aspecten van het werk van de CvT vooraan en zorgen zij ervoor dat de rechten van jongeren worden gewaarborgd.

Mark en Eline zien ook veel terugkerende thema’s in hun werk. “Veel gaat over het dagprogramma en praktische zaken,” zegt Mark. “Niet alle klachten komen daardoor ook bij de beklagcommissie terecht, die worden in de bemiddeling al opgelost. Jaarlijks behandelen we tussen de 150 en 300 klachten, maar gemiddeld komen er 5 tot 12 beklagzittingen per middag.”

Trots en ambities

Mark kijkt met voldoening naar zijn rol in de CvT: “Wij zijn nu bezig met een pilot om te proberen de doorlooptijd van de klachten te verkorten. Daardoor kan De Hunnerberg sneller actie ondernemen en zijn er mogelijk minder klachten in de toekomst. Het is voor mij ook heel waardevol dat ik als kinderstrafrechter de andere kant zie. Advocaten op zitting roepen bijvoorbeeld soms dat jongeren kaal hun tijd uitzitten in detentie, maar ik ondervind zelf in levende lijve dat dit absoluut niet het geval is. Daarom vind ik het ook zo waardevol om tijdens mijn rondes met het maandcommissariaat bijvoorbeeld op de groep mee te eten. Dan ervaar je echt hoe het er op de groep aan toe gaat.”

Eline benadrukt het menselijke aspect: “Het bemiddelen van jongeren geeft veel voldoening; het gevoel dat zij gehoord worden is belangrijk, ook als de uitkomst niet verandert.”

Het belang van de Commissie van Toezicht

Beiden zijn het erover eens dat de CvT een essentiële rol speelt: “Het is daarbij ook van cruciaal belang dat alles goed wordt vastgelegd in rapportages door de groepsleiding. Wij moeten als er een beklag is kunnen beoordelen hoe het daadwerkelijk is gegaan, en kunnen daarbij alleen maar uitgaan van de feiten en dus wat er op papier staat. Wij zijn er immers niet bij geweest.” zegt Mark.

Eline voegt toe: “Er wordt soms gedacht dat wij tegenover de inrichting staan, maar niks is minder waar. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel: jongeren beter naar buiten laten gaan als dat ze binnen zijn gekomen. Gelukkig gebeurt dat - ondanks onze onafhankelijke positie – tot dusver altijd in goede samenwerking, ook in de maandelijkse overleggen tussen de gehele CvT en de managers van De Hunnerberg. En een mooi pedagogisch aspect aan de procedure rondom bemiddeling en beklag is dat jongeren zo ook leren om in gesprek te gaan over dingen waar ze het niet mee eens zijn. Als blijkt dat de inrichting iets echt niet goed gedaan heeft, is het ook heel krachtig om te zeggen: “Klopt je hebt gelijk, we hebben dit niet goed gedaan”. Overigens  pakken helaas niet alle jongeren die kans voor een gesprek op.”

Ze sluiten af met de volgende woorden: “Het gaat niet alleen om het oplossen van individuele klachten, maar juist om het creëren van een veilige, respectvolle en rechtvaardige omgeving waarin zowel jongeren als medewerkers zich gehoord en gesteund voelen.”