Verlof voor tbs-gestelden

Verlof vormt bij tbs een belangrijke stap op weg naar resocialisatie: de terugkeer van de tbs-gestelde (patiënt) in de samenleving. Een tbs-patiënt gaat pas met verlof als er voldoende vooruitgang is in de behandeling en de kans op herhaling van het delict voldoende is gedaald. Tijdens het verlof oefent de patiënt met vrijheden buiten het forensisch psychiatrisch centrum (FPC). De behandelaars kunnen op die manier beoordelen of de patiënt de geleerde vaardigheden in de praktijk kan brengen.

Ook is verlof een manier om te toetsen hoe de patiënt reageert op de vrijheid en de daarbij horende prikkels buiten de muren van de kliniek.

Hieronder laat een video meer zien over verlof en verlenging tbs.

Verlof en verlenging tbs

Een rechter kan tbs opleggen als er sprake is van een ernstig misdrijf in combinatie met een psychiatrische stoornis en gevaar voor herhaling.


In de meeste gevallen gaat er een gevangenisstraf aan vooraf.

Tbs heeft als doel dat de tbs'er op een veilige manier terugkeert in de maatschappij . Dat duurt zo lang als nodig is. De rechter bepaalt in ieder geval elke twee jaar of de tbs wordt verlengd.

Een team van gedragsdeskundigen behandelt de tbs'er intensief in een tbs-kliniek. Als de behandeling aanslaat, kan een tbs'er in aanmerking komen voor verlof. Tijdens dit verlof wordt duidelijk hoe de tbs’er reageert op situaties buiten de kliniek.

De eerste stap is een kort verlof; met begeleiding en beveiliging. Bijvoorbeeld om boodschappen te doen vlakbij de instelling. Als dat goed gaat dan kan de beveiliging worden afgebouwd en komt de tbs'er in aanmerking voor begeleid verlof. Dan gaat de tbs'er samen met een therapeut van de kliniek naar buiten.

Gaat dat goed, dan kan de tbs'er – onder duidelijke voorwaarden – met onbegeleid verlof. Tijdens dit verlof kan de tbs'er bijvoorbeeld werkervaring opdoen of een opleiding volgen.

Als de tbs'er zelfstandig functioneert en zijn afspraken nakomt, volgt transmuraal verlof. De tbs'er is nog steeds in behandeling, maar mag buiten de kliniek wonen.

Als het transmuraal verlof goed verloopt, volgt in de meeste gevallen proefverlof. In deze fase draait de tbs’er volledig mee in de samenleving maar is de maatregel nog niet beindigd. De kliniek blijft eindverantwoordelijk, en de reclassering houdt toezicht.

De rechter bepaalt uiteindelijk of de tbs maatregel beëindigd wordt.
Voor het verlenen van elke vorm van verlof vraagt de minister van Justitie en Veiligheid om advies bij het onafhankelijk Adviescollege Verloftoetsing Tbs. Dit adviescollege geeft aan of het verlof verantwoord is.

Het besluit om tbs te verlengen en om verlof te verlenen staan los van elkaar. Het kan dus dat de tbs wordt verlengd, maar dat de tbs'er wel op verlof mag.

De boodschap dat een tbs'er met verlof gaat, kan voor de nabestaanden en/of slachtoffers confronterend zijn. Bij het verlenen van verlof wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met wensen van slachtoffers, bijvoorbeeld door middel van een locatieverbod.

Verlof is belangrijk voor een veilige terugkeer van de tbs’er in de maatschappij. Dat gebeurt zorgvuldig en stapsgewijs!

Veiligheid samenleving als uitgangspunt

Als het past in het behandelplan van een patiënt, vraagt het FPC een verlofmachtiging aan bij de minister van Justitie en Veiligheid. Het onafhankelijke Adviescollege Verloftoetsing Tbs (AVT) toetst alle ingediende verlofaanvragen van tbs-gestelden. De veiligheid van de samenleving is het belangrijkste uitgangspunt in die toetsing. Met wetenschappelijk onderbouwde risicotaxatie-instrumenten worden de risico’s op onder andere (seksueel) gewelddadig gedrag en psychopathisch gedrag van de patiënt vastgesteld. Het hangt af van de resultaten van die onderzoeken of het AVT een positief of negatief advies geeft over het verlof. Als het college negatief heeft geadviseerd over de verlofaanvraag, dan moet de minister dat advies overnemen. Bij een positief advies mag de minister anders beslissen.

Een verlofmachtiging wordt afgegeven voor de duur van één jaar. In dat jaar kan de patiënt meerdere malen op verlof. Ieder jaar wordt de verlofmachtiging geëvalueerd. Daarbij wordt onder andere gekeken naar eventuele incidenten in en buiten de inrichting. Na een jaar kan het FPC een nieuwe verlofaanvraag indienen en toetst het AVT opnieuw of een machtiging kan worden verleend.

Stapsgewijs verlof uitbreiden

De vrijheid van de patiënt tijdens verlof wordt stap voor stap uitgebreid. Van kort verlof met meerdere begeleiders en beveiliging tot zelfstandig wonen buiten de muren van het FPC. Hieronder staan de stappen die gezet kunnen worden. Die worden per patiënt bepaald.

Begeleid verlof

De patiënt start met begeleid verlof. Dit verlof duurt niet langer dan een dagdeel en kent fases. Zo gaat de patiënt allereerst een paar keer naar buiten met een medewerker van de kliniek en een beveiliger. Daarna begeleiden 2 sociotherapeuten het verlof. Als dat ook goed gaat, kan de patiënt met 1 begeleider op verlof.

Onbegeleid verlof

Als het begeleid verlof goed is verlopen, kan de patiënt met onbegeleid verlof gaan. De patiënt gaat dan bijvoorbeeld zonder begeleiding werkervaring opdoen, een opleiding volgen of op bezoek bij vrienden of familie. Onbegeleid verlof kan van korte duur zijn, bijvoorbeeld 2 uur. Maximaal duurt een onbegeleid verlof 6 overnachtingen. Dit verlof is belangrijk om de behandelresultaten in de praktijk te toetsen: kan de patiënt de nieuwe vaardigheden in de praktijk brengen, omgaan met zaken die een risico vormen voor de stoornis en kan de patiënt de verantwoordelijkheden aan? Het onbegeleid verlof wordt gebruikt om de verdere behandeling te kunnen bepalen.

Transmuraal verlof

Bij transmuraal verlof verblijft de patiënt langere tijd buiten de beveiligde zone van de kliniek. Bijvoorbeeld in een zelfstandige woning, een regionale instelling voor beschermd wonen (RIBW) of een forensisch psychiatrische afdeling van een psychiatrische instelling (FPA). De patiënt valt nog wel onder de verantwoordelijkheid van het FPC en moet zich aan bepaalde afspraken houden. De kliniek begeleidt de patiënt intensief en controleert op mogelijk delictgerelateerd gedrag. Dit verlof is belangrijk voor de behandelaar om te kunnen bepalen of het einde van de behandeling in zicht komt en of de patiënt klaar is voor proefverlof.

Proefverlof

Als de patiënt tijdens het transmuraal verlof heeft laten zien dat het gevaar voor recidive laag is, kan proefverlof worden aangevraagd. De eerdere verloven waren gericht op het tijdelijk verlaten van de inrichting. Met proefverlof keert de patiënt daadwerkelijk terug in de samenleving. In deze laatste fase woont de patiënt zelfstandig of in een voorziening met begeleiding en/of beveiliging, maar valt nog onder de verantwoordelijkheid van het FPC. Het bevel tot verpleging geldt nog steeds en bij problemen kan de patiënt meteen weer worden opgenomen in het FPC. De reclassering houdt toezicht en begeleidt de patiënt. De rechter besluit of en wanneer de tbs-maatregel (voorwaardelijk) kan worden beëindigd. Ook kan de rechter besluiten een vervolgbehandeling bij een GGZ-instelling op te leggen.

Humanitair verlof

Patiënten die nog steeds gevaarlijk zijn, maar niet meer behandelbaar zijn, verblijven op een afdeling voor langdurige forensische psychiatrische zorg (LFPZ). De begeleiding van deze patiënten richt zich niet op terugkeer in de samenleving, maar op omgaan met de stoornis. Zij kunnen daarom geen verlof krijgen dat in het teken staat van resocialisatie. Wel kunnen zij begeleid verlof op humanitaire gronden krijgen om bijvoorbeeld familie te bezoeken. De ATV toetst deze verlofaanvragen.

Wat gebeurt er als de patiënt zich niet houdt aan de afspraken?

Verlof heeft resocialisatie als doel. De doelgroep kenmerkt zich door een bepaalde mate van onberekenbaarheid en onvoorspelbaarheid. Incidenten zijn dan ook niet voor 100% uit te sluiten. Als de patiënt zich niet houdt aan de afspraken, dan treden er protocollen in werking om de ‘onttrekking’ of ‘ongeoorloofde afwezigheid’ te melden bij politie, het Openbaar Ministerie en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Zo start de opsporing van de patiënt. Een incident kan gevolgen hebben voor de verlofmachtiging van de tbs-patiënt.

De verlofmachtiging vervalt namelijk als de patiënt verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. De verlofmachtiging vervalt ook als de patiënt er vandoor gaat tijdens begeleid verlof of langer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is tijdens onbegeleid-, transmuraal– of proefverlof. Die persoon kan dan in ieder geval 1 jaar niet op verlof. Ook zijn er situaties waarin de minister de verlofmachtiging kan intrekken.

Regelgeving

In artikel 50 en 51 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden zijn de voorwaarden voor verlof en proefverlof beschreven. De voorwaarden zijn verder uitgewerkt in het Reglement verpleging ter beschikking gestelden. In de Verlofregeling tbs staan de regels omtrent het verlof.

Wat een begeleider of beveiliger mag doen op het moment dat een patiënt zich tijdens begeleid verlof aan het toezicht wil onttrekken is te vinden in de Geweldinstructie inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden.

De Regeling melding ongeoorloofde afwezigheid bepaalt wie op welk moment aan welke instantie meldt dat een patiënt zich heeft onttrokken, niet is teruggekeerd van onbegeleid verlof of langer dan 24 uur afwezig is tijdens transmuraal verlof of proefverlof.