Met elkaar in gesprek blijven voor een goed plaatsingsproces KVJJ

Er is steeds meer waardering voor de samenwerking in het plaatsingsproces. De KVJJ’s, Divisie Individuele Zaken (DIZ) en ketenpartners als het OM en de Raad voor de Kinderbescherming weten elkaar daarin steeds beter te vinden. Maar er is ook ruimte voor verbetering. Dat blijkt uit het onderzoek dat onderzoeks- en adviesbureau Breuer&Intraval najaar 2020 deed naar het plaatsingsproces van de KVJJ’s in Amsterdam en Zuid-Limburg. Jiske Wallace-Lems (projectleider KVJJ-programma VOM) vertelt.

Vrouwen in overleg

Elkaars perspectief begrijpen

'Het mooie is dat het onderzoek eigenlijk al door de tijd werd ingehaald', zegt Jiske. 'Door de gesprekken tijdens het onderzoek over het plaatsingsproces en de knelpunten die de verschillende partijen daarin ervaarden, kreeg iedereen meer begrip voor elkaar. Tijdens het onderzoek hebben we die verbeteringen al direct in de plaatsingscriteria verwerkt, onder andere om beter maatwerk te kunnen toepassen. Zo geldt bijvoorbeeld voor jongeren in de laatste fase niet meer dat er altijd een STP-plan moet zijn. Dat hoeft alleen als dat in de tijd ook haalbaar is.'

Veel partijen betrokken bij plaatsing

Bij het plaatsingsproces van een jongere in de KVJJ zijn veel verschillende ketenpartners betrokken. Zo adviseert de Raad voor de Kinderbescherming of de reclassering het OM. Vervolgens adviseert het OM de rechter-commissaris. Die neemt vervolgens een beslissing over schorsing of preventieve hechtenis. Als de jongere in preventieve hechtenis gaat, beslist DIZ of dat in JJI of in een KVJJ gebeurt. De JJI kan jongeren in de laatste fase van hun jeugddetentie of PIJ, na afstemming met de (jeugd)reclassering, OM en de KVJJ bij DIZ aanmelden. Een hoog recidiverisico,  een ernstig geweldsincident of geen motivatie van de jongere kunnen redenen zijn dat DIZ plaatsing in een KVJJ afwijst.
 

Maatwerk en criteria

Uit het onderzoek kwam naar voren dat KVJJ’s en ketenpartners in sommige gevallen vonden dat DIZ de plaatsingscriteria te strikt hanteert. Jiske: 'In de gezamenlijke gesprekken is dat uiteraard besproken. DIZ ziet nu ook beter het lokale perspectief. En wil daarin meer maatwerk toepassen. Als een jongere op 1 punt niet aan de criteria voldoet, hoeft dat niet meteen te zeggen dat de KVJJ van de baan is. Dat is ten slotte ook het doel van het programma VOM: goed aansluiten bij wat de jongere nodig heeft.'
 

Evalueren en aanpassen

De komende maanden gaat Jiske opnieuw in gesprek met de KVJJ’s, DIZ en lokale ketenpartners om het plaatsingsproces te evalueren. De aanbevelingen uit het onderzoek en de actuele ervaringen neemt ze daarin mee. ‘Een belangrijk punt is bijvoorbeeld hoe nieuwe informatie die soms tijdens een zitting naar voren komt goed kan worden meegewogen in het plaatsingsbesluit. Maar ook hoe we het hele proces administratief makkelijker kunnen maken. Daar ga ik de komende tijd graag met de betrokken partners over in gesprek.’

In gesprek blijven

Jiske verwacht dat uit de gesprekken met de KVJJ’s weer punten komen die leiden tot verdere verbeteringen in het plaatsingsproces. 'Het huidige plaatsingsproces KVJJ is geldig tot 1 april 2021. De verbeteringen nemen we mee in een nieuwe versie die vanaf 1 april 2021 geldt.' Op die datum start ook een brede monitor van de KVJJ’s. Daarmee wordt regelmatig getoetst hoe het proces en de samenwerking verloopt. 'Daarnaast organiseert DIZ gesprekken met KVJJ’s en de ketenpartijen. Daarin bespreken ze onder andere casussen van jongeren waarvan DIZ heeft besloten ze niet in de KVJJ te plaatsen, terwijl bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming ze daarvoor wel had aangemeld. Zo blijven we van elkaar leren én het beste organiseren voor justitiële jongeren.'