Voldoende en goed personeel, dat is de basis voor maatwerk

'Meer maatwerk voor jongeren, daar staat VOM voor. Maar wat betekent ‘maatwerk’ precies en wat is daarvoor nodig? Dat is de zoektocht die we in het programma VOM ondernemen’, zegt Bart van Els, plaatsvervangend divisiedirecteur ForZo en JJI. ‘Hoe je maatwerk ook uitlegt, het is duidelijk dat menselijke arbeid daar de belangrijkste factor in is.’

Het besluit van de minister JenV van eind 2021 om extra groepsleiders te kunnen aantrekken voor de JJI’s, waardeert Bart als heel positief. ‘Om jongeren beter te kunnen bieden wat zij echt nodig hebben, is meer personeel nodig. Daarnaast is de capaciteitsbehoefte gestegen en zien we dat de jongeren die in de JJI komen complexere problemen hebben. We zijn dus erg blij met de personeelsuitbreiding. Het is bovendien een erkenning voor het moeilijke en belangrijke werk dat de collega’s in de JJI’s doen.’

Inzet personeel verbeteren

De arbeidsmarktcampagne loopt inmiddels enkele maanden en de eerste nieuwe groepsleiders zijn gestart. Toch vraagt de werving van nieuwe groepsleiders geduld. Bart: ‘Er is weinig aanbod en we selecteren behoorlijk streng, want het is moeilijk werk en het gaat om veiligheid van jongeren en collega’s. Daarnaast willen we voorkomen dat nieuwe medewerkers snel na indiensttreding weer afhaken.’ Ondertussen wordt ook nagedacht over slimme technologie die de inzet van personeel kan verbeteren. ‘We sluiten aan bij experimenten met bijvoorbeeld robots voor kameronderzoek en digitaal onderwijs.’

Keuzes maken in ontwikkeling

De andere kant is dat de personeelsuitbreiding een fors deel van het VOM-budget opslokt. In de ideeën die de afgelopen periode voor VOM zijn ontwikkeld, moeten dus keuzes worden gemaakt. Bart: ‘Grootschalige aanpassingen aan JJI-gebouwen passen daar nu niet in. Eerst moet de personeelsbasis op orde zijn.

Dat neemt niet weg dat de ontwikkeling op belangrijke onderwerpen doorgaat. Denk aan risicomanagement en een kwaliteitskader voor personeel. Maar ook een definitieve werkwijze voor de basisafdelingen. Die willen we vooral gebruiken om te organiseren wat jongeren na hun vertrek uit de JJI nodig hebben: een woonplek, hulpverlening, werk of onderwijs. 80% van de jongeren blijft immers minder dan 3 maanden in de JJI.’

Vanuit de Voorjaarsnota hoopt de plv. divisiedirecteur middelen te krijgen voor de verdere uitwerking van Transforensische (jeugd)zorg. Daarmee kan zorg en begeleiding van een jongere doorlopen tijdens of na het verblijf in de JJI. ‘DJI is maar een klein onderdeel in het leven van de meeste jongeren. ‘Maatwerk’ moeten we met de hele keten leveren. Zowel de basisafdeling als mogelijkheden voor doorlopende zorg zijn belangrijke onderwerpen voor de hele jeugdketen.’

Nooit uitontwikkeld

Het doel is nog steeds om in 2024 een nieuw jeugdstelsel te hebben waarin maatwerk centraal staat. ‘Denk niet dat het dan klaar is’, waarschuwt Van Els. ‘Je bent nooit uitontwikkeld. Al is het maar omdat de jongeren die in de JJI’s terechtkomen ook steeds veranderen. Dat hebben we de afgelopen jaren gezien. Tel daarbij op de beperkte financiële middelen en de krappe arbeidsmarkt. We moeten dus blijven nadenken over wat we anders kunnen doen om de jongeren (meer) maatwerk te kunnen (blijven) bieden. Dat is en blijft de uitdaging voor VOM.’